Netwerksturing is één van de vele verschillende vormen van sturing. Binnen de publieke sector is netwerksturing naast hiërarchische sturing de belangrijkste vorm van sturing. Netwerksturing is een vorm van sturing waarbij gebruik wordt gemaakt van arrangementen die vormen hebben van verbonden netwerken. De overheids werkt samen, maar wel op eigen initiatief en neemt hierbij een coördinerende rol in, maar laat vaak uitvoerende taken over aan een samenwerking van partijen of entiteiten. Netwerksturing (rechtsonder) voegt hier een dimensie aan toe aan het idee van New Public Management, namelijk; voorbij het betrekken van de samenleving bij overheidsproductie, naar eigenstandige productie in de samenleving waarbij de overheid al dan niet betrokken is. Het gaat hierbij om dat partijen uit eigen beweging initiatief tonen om de ontwikkeling van productie in het publieke domein te ontwikkelen. Voorbeelden hiervan vormen zelforganisatie, sociaal ondernemerschap of burgerinitiatieven. Deze organisaties bepalen hun eigen doelen en prioriteiten en zoeken eigen partners om deze doelen te bereiken.
De rol van de overheid in een netwerksamenwerking kan vergeleken worden met een rizoom: ‘een niet-hiërarchisch en niet-betekenisdragend systeem dat uitsluitend wordt bepaald door een circulatie van toestanden, zonder generaal, zonder een organiserend geheugen of centrale automaat (Gilles Deleuze, n.d.). Een treffend voorbeeld is het internet. Het kent geen centrum, geen centrale leiding, geen overzicht, geen afbakening en geen eenduidigheid.
Een maatschappij met veel verschillende netwerken wordt een netwerksamenleving genoemd. Een netwerksamenleving kan gezien worden als; “een samenleving is een netwerk van netwerken die op de één of andere manier allemaal met elkaar verbonden zijn, maar waarin tegelijkertijd geen samenhang, maar juist fragmentatie en gelaagdheid te ontdekken valt. Verbondenheid zonder samenhang is een belangrijk kenmerk van het rizoom.” (NSOB, 2010).
Het gevolg van een netwerksamenleving is dat er sprake is van vermaatschappelijking in het openbare bestuur. Burgers, bedrijven of andere instellingen kunnen een bepaalde ruimte innemen of claimen in het publieke domein. Ook kunnen zij bepaalde publieke taken gaan uitvoeren en bepaalde publieke verantwoordelijkheden eigen maken. Dit hoeft niet als negatief beschouwd te worden, maar de complicaties zijn niet altijd compleet inzichtelijk.