In opvolging van de verticale sturing ontstaat in steeds meer organisaties een horizontale structuur. Deze plattere managementstructuur kent minder klassieke heers- en verdeelprincipes. De basis van de samenwerking vormt samenwerking. Binnen deze samenwerking is een basisaanname dat de professionaliteit van iedere werknemer nodig is om tot een goede besturing van de organisatie te komen.
Een cultuur van openheid, samenwerking, training en verantwoordelijkheid past bij een horizontale structuur, zonder aansturing van bovenaf. Er zijn vijf sturingsprincipes van toepassing op een horizontale structuur, namelijk;
Het formuleren van een gezamenlijk doel waaraan iedereen wil bijdragen.
Sturen op eigen initiatief in plaats van een centraal aansturingsorgaan.
Besturing en uitvoering liggen bij dezelfde personen of eenheden.
Onderlinge afstemming en samenwerking, inclusief de onderlinge afstemming over doelen en waarden die nagestreefd gaan worden.
Iedere actor of deelnemer binnen de samenwerking levert een bijdrage aan het succes en heeft verantwoordelijkheid in de realisatie ervan. Aan de zijlijn staan en enkel kritiek vormen is ondermijnend voor het succes van de sturing.
Een horizontale samenwerking kent enkele voordelen ten opzichte van verticale aansturing, namelijk dat lokale professionele kennis op een overzichtelijke en organische manier wordt samengevoegd. Daarnaast groeit de betrokkenheid van de deelnemende leden doordat de hiërarchie binnen de organisatie afneemt. Tenslotte wordt er betrokkenheid of eigenaarschap gecreëerd doordat betrokkenheid van de leden of deelnemers wordt gestimuleerd.
Nadelen van een horizontale aansturing zijn het mogelijke gebrek aan daadkracht om een daadwerkelijk besluit te nemen, er moet namelijk in het samenwerkingsverband overeenstemming bereikt worden. Een ander nadeel kan het afstaan van de hiërarchie binnen een organisatie zijn. Ook kan het nastreven van eigen belangen in plaats van groepsbelangen een probleem vormen binnen horizontale sturing.