Wat we doen met honderd miljoen
09 september 2019 
4 min. leestijd

Wat we doen met honderd miljoen

Als de overheid honderd miljoen extra uittrekt, dan moet er wel wat aan de hand zijn. Vorig jaar ontstond een fonds van die omvang voor de aanpak van ondermijning. Veel geld… hoewel, als we Tops en Tromp mogen geloven is het amper meer dan de straatwaarde van één jaar cocaïne gebruik in Amsterdam. En dat is dan nog maar een flinter van de problematiek. Ondermijning, dat is meer dan alleen de criminaliteit van een onderwereld waarin veel geld wordt verdiend. Het gaat ook over de manieren waarop die grootverdieners hun geld en invloed inzetten in de bovenwereld. En dat levert veel zichtbare effecten zoals afrekeningen in het criminele circuit en illegale dumpingen van afval van drugslaboratoria. Maar de onzichtbare effecten zijn veel ingrijpender, zoals de verwoesting van de levens van kinderen en jongeren die willens en wetens op een fout spoor worden gezet.

De aanpak van ondermijning

Wat doen we er tegen? En waar beginnen we? Denk je vooral aan het bestrijden van witwassen, outlaw motorgangs, de productie van synthetische drugs of de internationale handel in verdovende middelen? Denk je aan het doorbreken van de negatieve spiraal in criminele families, het doorbreken van wapengeweld, illegale verhuur, mensenhandel…?

Samen met de Alex van de Plas, oud commandant van het SGBO ondermijning op Rotterdam-Zuid, sprak ik met een van de onderzoekers die met het WODC werkt aan een evaluatie van de versterkingsaanpak ondermijnende criminaliteit. Alex toonde een indrukwekkend filmpje van een spoken word artist over de impact van wapengeweld. Dat filmpje vormt onderdeel van de campagne ‘wapens de wijk uit’ die door burgers van Rotterdam samen met een aantal instanties is opgezet. Is geld uit de ondermijningsaanpak goed besteed als er zo’n filmpje wordt gemaakt? Of denken we meer aan de harde kant van opsporing en vervolging?

Verantwoordingsbeeld

Sinds twee jaar doe ik met Jan Nap, lector aan de Politieacademie, actieonderzoek naar de aanpak van ondermijning op Rotterdam Zuid. We vragen ons af hoe je kunt verantwoorden over de gezamenlijke inzet en over de effecten van de aanpak. Ons vertrekpunt is de manier waarop samenwerkende professionals betekenis geven aan locale situatie: “Wat is er aan de hand? Wat willen we niet op zijn beloop laten? En waarom? Wie hebben we daarbij nodig? En wat zijn de werkzame principes onder een mogelijke aanpak?” We vonden een manier om teams te helpen om een theorie van verandering te bouwen die richting geeft aan de aanpak. En die handvatten biedt voor rijker verantwoorden over het werk. Zo ondersteunen we de teams om hun werk zichtbaar te maken op een manier die burgers en partners mobiliseert, die het leerproces bevordert en die de kansen verhogen dat er tastbare resultaten worden gerealiseerd. Daarbij maken we een verantwoordingsbeeld waarmee teams zicht krijgen op de aanpak en de mogelijkheden om zich te verantwoorden.

Van onder naar boven

De aanpak met het verantwoordingsbeeld levert kracht van onder naar boven. Professionals uit verschillende disciplines geven samen betekenis aan hun werk en bepalen hun inzet. Daarover leggen ze verantwoording af. En ze nodigen bestuurders uit voor een dialoog over die inzet. Dat geeft verdieping en het wekt belangstelling voor de problemen zoals ze op straat worden ervaren. Op Rotterdam Zuid is veel mooi materiaal gemaakt voor zo’n rijkere manier van verantwoorden; filmpjes over het werk vanuit first person perspectief (met body cams van de politie), clickable PDF’s met een breed overzicht van de aanpak, toegankelijke leerdossiers die met drie muisklikken in drie seconde tonen waar het om gaat, een raadsbrief in de vorm van een infographic met bewegende beelden. We denken dat zulke vormen van rijker verantwoorden bijdragen aan goed werk. Met deze aanpak sluiten we aan bij de beeldcultuur van deze tijd en we gebruiken de mogelijkheden van social media om veel sneller en vaker zichtbaar te maken wat er gebeurt dan via de traditionele periodieke rapportages.

Van boven naar onder

Maar is zulke verantwoording ook robuust in het politieke debat? Is er niet veel hardere informatie nodig om lokaal en landelijk grip te krijgen op de ontwikkelingen en de effecten van de inzet? Hoe lang moeten we het nog doen met de schattingen van Tops en Tromp die worden bekritiseerd omdat ze niet hard genoeg zijn en tegelijkertijd worden geroemd omdat het meest betrouwbare zou zijn dat we op dit moment hebben? Het zoeken naar cijfers is volop gaande. Zo wordt in de ondermijningsaanpak gewerkt met een indicator voor het aantal criminele samenwerkingsverbanden (CSV’s) dat is aangepakt. Onder die meting ligt een grondige onderbouwing met ook weer een dikke WODC rapportage. Niemand is het erover oneens dat criminele samenwerkingsverbanden een belangrijk aangrijpingspunt zijn voor de aanpak van ondermijning. Toch wordt in Rotterdam gesproken over de ‘gehate meting van CSV’s’.  Waarom? Het cijfer is gemakkelijk manipuleerbaar: “Je kunt de CSV’s zo indelen dat je je target haalt en daarna ongestoord door kunt gaan met het echte werk”, aldus een van de trekkers van het programma op Rotterdam Zuid. Welke informatie kan regionaal en landelijk tot stand worden gebracht op een zodanige manier dat die geloofwaardig inzicht geeft in de problematiek en haar aanpak?

Rijker verantwoorden

Rijker verantwoorden is nu nog vooral ‘van binnen naar buiten werken’. We kiezen het perspectief van ‘veel professionals’ die samen betekenis geven aan hun werk en vandaaruit verantwoording afleggen aan veel bestuurders. Maar omgekeerde perspectieven zijn ook noodzakelijk. Er is het perspectief van ‘veel bestuurders’ die vanuit verschillende invalshoeken en vanuit de bevoegdheden van verschillende wetten en organisaties een samenhangend beleid moeten maken. En het perspectief van ‘veel managers’ die in de praktijk keuzen maken in de aansturing en prioritering van het werk. Verantwoording werkt, aldus Soe en Drechsler (2018) als de informatie die wordt gedeeld (1) betekenisvol is vanuit het perspectief van politiek, management en professionals, (2) als die informatie op een structurele manier wordt gedeeld en (3) als de besturing van de organisatie zo is ingericht dat die informatie daadwerkelijk wordt gebruikt. Met het verantwoordingsbeeld hebben we een mooie start om teams uit te nodigen om te tonen hoe ze hun opgave benoemen en aanpakken. Dat is waardevol. Maar we zijn er nog niet. Het doel van de beweging van rijker verantwoorden is om aansluiting te maken met alle niveaus. En een betekenisvolle dialoog tot stand te brengen die vanuit politiek, management en professionals betekenisvol en werkbaar is. Alle tips om die beweging gaande te houden zijn van harte welkom!

Soe en Drechsler (2018) Agile local governments: Experimentation before implementation. Government Information Quarterly 35 (2): 323–335.

Over de schrijver
Reactie plaatsen